een aardig mondje Nederlands spreken 1.0
redelijk goed Nederlands spreken
Zie de verwijzing voor de verbinding in het algemeen
Algemene voorbeelden
In de bar van het Alcron spoelde Ben de geluidsband terug en liet mij het korte betoog van een Tsjech horen die een aantal jaren op de ambassade in Den Haag had gewerkt en een aardig mondje Nederlands sprak.
Stefania, die sinds '89 een groot deel van haar tijd in België doorbrengt en een aardig mondje Nederlands begint te praten.